De afgelopen jaren heeft er zich op het vlak van de organisatie van het architectenberoep een aardverschuiving voorgedaan. Dit heeft grotendeels te maken met de wet van 15 februari 2006 betreffende de uitoefening van het beroep van architect in het kader van een rechtspersoon (de zogenaamde Wet-Laruelle) en de naweeën ervan, zoals enkele aanbevelingen van de Orde van architecten. Deze wet, bijna tien jaar oud, verdient een grondige privaatrechtelijke analyse.
In dit eerste boek, Architect en vennootschap, behandelt de auteur de eerste innovatie van de Wet-Laruelle, met name de mogelijkheid voor een rechtspersoon om zelf het beroep van architect uit te oefenen. Dit vormt het eerste deel van dit boek. Om een bredere context te schetsen, gaat in een tweede deel de aandacht naar de architectenvennootschap of -associatie die niet zelf het beroep van architect uitoefent. Deze vennootschap of -associatie bestaat al veel langer dan de Wet-Laruelle en komt nog steeds voor. De vraag is of sommige denkbeelden over deze vennootschap of associatie juist naar aanleiding van de Wet-Laruelle niet moeten worden bijgesteld. In dit tweede deel wordt ook aandacht besteed aan de vennootschap van onroerende diensten (VOD), die relatief onbekend zijn maar daarom misschien ook onbemind?
In een tweede boek, Architect en verzekering, zal ingezoomd worden op het tweede belangrijke luik van de Wet-Laruelle, namelijk de wettelijk verplichte verzekering voor architecten.
Our customer service is happy to help. Consult our frequently asked questions or contact us.
Create an account to buy or link an Acco share and buy your books and supplies at reduced rates.
Sign up