Zijn zowel monitoraat als mentoraat bruikbaar in de Nederlandse standaardtaal? Wat is tutoraat? Hebben leerlingen en studenten een lesrooster, een lessenrooster of een uurrooster? Kun je ook aan de middelbare school afstuderen? Wat is het verschil tussen atelier, werkplaats, practicum en praktijklokaal? Is het meervoud van kopie kopies of kopieën? Moeten leerlingen prenten in hun schrift plakken of kleven? Kunnen woorden uit de informele studententaal als gebuisd en (studenten)kot ook gewoon in de standaardtaal gebruikt worden? Moet je een leerling of student vragen om aan het bord te komen of om voor het bord te komen? Is er een verschil tussen corrigeren en verbeteren? Op die en nog veel meer vragen geeft dit boek het antwoord.
Taal in het onderwijs: Van academicus tot zittenblijver is een normatief naslagwerk over het Nederlands in het onderwijs. Het is bedoeld voor onderwijzend en administratief personeel (van de kleuterschool tot de universiteit), directies, schoolbesturen, coördinatoren, studiebegeleiders, surveillanten, opvoeders, lerarenopleiders, pedagogen, onderwijskundigen, ambtenaren van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming en iedereen die beroepshalve met Nederlandstalig onderwijs in Vlaanderen te maken heeft. Het kan in het bijzonder dienstig zijn in de lerarenopleiding, zowel aan de universiteit als aan de hogescholen.
Deze tweede, herziene editie bevat heldere betekenisomschrijvingen, gebruiksvoorbeelden, synoniemen, antoniemen, verwante termen, verwijzingen naar andere trefwoorden en toelichtingen. De expliciete markering met een asterisk (*) van taalelementen waarvan het gebruik in de standaardtaal afgeraden wordt, zorgt ervoor dat de gebruiker van dit woordenboek duidelijke en direct bruikbare taaladviezen krijgt.
Onze klantenservice staat voor je klaar. Raadpleeg onze veelgestelde vragen of neem contact op.
Registreer je om een Acco-aandeel aan te kopen of te koppelen en geniet meteen van korting. Inloggen/registreren is ook nodig om bepaalde bestanden te downloaden.
Registreer